Utrecht - Balanceren tussen proeven en koken
Is de gemeenteraad een masterchef die slechts proeft, of laat je die mee koken? En wie kiest de ingrediënten? In de Utrechtse wijk Overvecht-Noord maken bewoners en bedrijven samen met gemeente, corporatie en energiebedrijf plannen voor duurzame energievormen om van aardgas af te kunnen. De raad wordt geïnformeerd en geeft ruimte aan de wijk. Met een terugblik door raadslid Maarten Koning.
Utrecht was in 2007 de eerste Nederlandse gemeente die begon met een aanpak om een bestaande wijk aardgasvrij te maken. Overvecht-Noord kent sociale problemen en daarom was er al een sociaaleconomische wijkaanpak. Ook het gasleidingnetwerk was aan het einde van zijn levensduur. Daarnaast waren corporaties al van plan om huurwoningen op te knappen. Een energietransitie kan een boost zijn voor zo’n wijk. En hier maak je makkelijk meters: van de 8.000 woningen is 6.000 in corporatiebezit en ongeveer de helft hoeft alleen van kookgas af. Er was echter nog geen ervaring in het land.
Kwetsbaarheid tonen
De gemeente hield na het nieuws acht bijeenkomsten. Twee ervan telden 200 tot 300 deelnemers. “Doordat het nieuw voor ons was, gingen we er vrij open in en moesten we een modus vinden”, bekent Jonker, senior beleidsmedewerker Energie in Utrecht.” We gingen open het gesprek aan met de bewoners, maar ook met nog beperkte kennis over aardgasvrij”, vult zijn collega Anne-Jo Visser, manager Energietransitie aan. Jonker: “Aan de andere kant: we toonden als gemeente zo ook kwetsbaarheid: we hadden geen kant en klaar plan klaarliggen, we wilden dat samen met bewoners en bedrijven maken.”
We hadden geen kant en klaar plan, maar wilden die samen maken
Zo’n plan, het WijkUitvoeringsPlan (WUP), wordt nu gemaakt, samen met de wijk. Het plan valt binnen het Omgevingsrecht, al is de precieze plek nog niet duidelijk. Daarom moet het de goedkeuring krijgen van de gemeenteraad. Binnen het WUP is echter ook ruimte voor burgerinitiatieven, zo vindt men in Utrecht. Die initiatieven kunnen burgemeester en wethouders zelf honoreren. Tenzij er financiële risico’s aan kleven, dan moet de raad wel hierover besluiten.
Een voorbeeld van zo’n initiatief was Klopvaartbuurt Aardgasvrij, een buurt in Overvecht-Noord met koopwoningen. Jonker: “Het is mooi dat er initiatieven zijn uit de wijk. Ze mogen niet tot suboptimale oplossingen leiden.” Dit geldt ook voor nieuwe initiatieven: hiervoor biedt de gemeente ruimte, mits ze niet botsen, zo staat in het door het college vastgestelde Transitieplan Overvecht-Noord aardgasvrij. En ze moeten betaalbaar zijn. Een omgevingsmanager is informeel contactpunt voor deze initiatieven. Die is ingehuurd door de samenwerkende partijen en legt de verbinding tussen de wijk en de partners.
Binnen het wijkplan is ook ruimte voor burgerinitiatieven
De gemeenteraad wordt regelmatig over de voortgang van het project in Overvecht-Noord geïnformeerd via een raadsbrief. Daarnaast zijn er nu en dan bijpraatsessies voor de raad. Raadsleden kunnen ambtenaren altijd om informatie vragen, maar bezoeken zelf ook bijeenkomsten, zonder daar té aanwezig te zijn als politicus. Wanneer het WUP klaar is, krijgt de raad die dit jaar voorgelegd. Dat is een van de momenten waarop de raad een formele rol heeft. De andere is de vaststelling van de stedelijke Transitievisie Warmte, waarin de volgorde van wijken en de mogelijke alternatieven per wijk staan.
Actief betrekken
Uitgangspunten in het Transitieplan voor Overvecht-Noord zijn dat het proces transparant is voor de wijk en dat de samenwerkende partijen bewoners en bedrijven actief betrekken bij de stappen die zij zetten. Hierover moet de gemeente ook richting de raad verantwoorden.
Met deze ervaring kunnen we in andere wijken aan de slag
Terugkijkend, zou Utrecht het participatietraject nu anders doen? Ja, van tevoren meer nadenken over de structuur en de kaders waarop de participatie aangaan. Maar hád het anders gekund? Jonker: “Ik denk dat andere gemeenten het niet anders hadden gedaan. De ervaring in Overvecht-Noord kan de gemeente meenemen naar de andere wijken. Visser: “Met deze ervaring kunnen we in andere wijken sneller aan de slag. We kunnen bewoners en bedrijven hulp bieden, met bijvoorbeeld energieadvies, hulp bij de uitvoering, een voorbeeldwoning en leningen.”
In Overvecht-Noord gaat ondertussen het ‘kookproces’ door. Dit jaar mag de raad proeven en keuren. Dan wordt het WijkUitvoeringsPlan voorgelegd, alsmede de Transitievisie Warmte.
Raadslid Maarten Koning: "We willen steeds meer mee koken"
Nadat de gemeenteraad de kaders had vastgesteld in het Energieprogramma waren de bewoners van Overvecht aan zet. Al die tijd werd de raad alleen op de hoogte gehouden. Geen besluit viel. Dat was prima, zegt Utrechts raadslid Maarten Koning (D66), “Achteraf gezien hadden we meer betrokken willen worden.”
“De gemeenteraad wil steeds meer mee koken en niet alleen maar proeven. We krijgen door hoe ingewikkeld het is, hoeveel impact het heeft op het leven van mensen en dat hun keuzevrijheid nu beperkt is. Het is politiek wat ik zeg, maar het is nog te veel top-down. Overvecht-Zuid is nog redelijk makkelijk, met veel corporatiebezit en stadsverwarming, zodat alleen gas voor koken afgekoppeld hoeft te worden. In Overvecht-Noord zijn veel koopwoningen en die bewoners vonden dat ze iets opgedrongen kregen. Als raad zouden we meer regie willen hebben op het betrekken van bewoners. We moeten meer sturen op participatie. Nu mist nog het besef bij bewoners dat er iets moet veranderen. Mensen gaan afwachten totdat de gemeente alles regelt. Ze moeten in de actiestand komen. Er gaat nog te veel gemeentelijke inspanning naar plannen maken, terwijl je meer op initiatieven moet inzetten: inwoners bewust maken dat ze zelf alternatieven moeten zoeken. De grote klap – de koopwoningen – moeten we namelijk nog maken. Een overheid kan slechts regels stellen en aan prijsbeleid doen.”