PAW in de praktijk: Duinwijck

22-04-2021
7740 keer bekeken

In 46 gemeenten wordt binnen proeftuinen gewerkt aan het aardgasvrij maken van een woonwijk, dorp of buurt. Hoe pak je dat aan, een wijk aardgasvrij maken? In deze rubriek gaan we op zoek naar antwoorden.

Hoe kon Vattelfall van het warmtenet af? 

Vroeger stonden er twee dieselgeneratoren op Vlieland die de stroom voor de bijna 1150 eilanders opwekten. Het koelwater daarvan diende voor verwarming van de woningen. Toen die generatoren overbodig werden, moest Vattenfall (het toenmalige NUON) een oplossing verzinnen om de huizen van Oost-Vlieland toch via het bestaande warmtenetwerk van warmte te voorzien. Vattenfall besloot twee gasturbines neer te zetten, maar het energiebedrijf was vanaf het begin niet gelukkig met deze situatie. Want een kleinschalig warmtenet paste eigenlijk niet meer in de bedrijfsdoelstelling. Vattenfall wilde eigenlijk van het warmtenet af, maar hoe?

Warmtenet moderniseren

De gemeente Vlieland vroeg Stichting Urgenda in 2016 om advies. Samen met bureau Greenvis uit Utrecht verdiepte Urgenda zich in kansrijke alternatieven voor een CO2 vrije gebouwde omgeving. Dit leidde tot het voorstel om het bestaande hoge temperatuur-warmtenet te moderniseren. Zonnecollectoren op het dak van groepsverblijf De Vliehorst gaan straks 39 woningen in Duinwijck op Oost-Vlieland van warmte voorzien. De warmte die van de lente tot aan de winter overblijft, wordt in een grote ondergrondse warmtebuffer opgeslagen. Het water verzamelt in de zomer zoveel warmte, dat de wijk er de hele winter mee door komt. De opgeslagen warmte gaat bij 55 graden het afgiftesysteem in en zal ter voorkoming van legionella tot 65 graden worden opgekrikt. Dit gebeurt met collectieve warmtepompen, die de benodigde elektriciteit krijgen van de zonneakker op Vlieland.

Dak niet sterk genoeg

Inmiddels is het alweer vijf jaar geleden dat Antoine Maartens, projectleider Duurzame Wadden bij Urgenda, voor het eerst een rondje liep op het eiland om de situatie in ogenschouw te nemen. Een hele tijd geleden; Maartens was dan ook blij dat de uitvoering van het project na al die jaren nu dan toch eindelijk in zicht leek te komen. Deze maand zouden de graafwerkzaamheden voor de ondergrondse waterbuffer en van start gaan. Ook zouden de leidingen van het bestaande warmtenet de komende weken vervangen worden. En er zou een rek met zonnecollectoren over de Vliehorst worden gezet. Maartens: “Het dak van de Vliehorst bleek bij nader inzien niet sterk genoeg om de zonnecollectoren te dragen. We laten daarom een rek met zonnecollecten maken dat voorlopig over het dak van de Vliehorst komt te hangen. Als de Vliehorst later nog wordt verbouwd, komen de collectoren alsnog op het dak te liggen.”

Suezkanaal geblokkeerd

Niemand kon echter voorzien dat het Suezkanaal in Egypte bijna een week lang geblokkeerd zou raken doordat het schip Ever Given vastliep. De Maren Maersk, het schip dat materialen voor het warmtenet naar Nederland vervoert, besloot via Kaap de Goede Hoop om te varen en zal omstreeks 18 april in Rotterdam arriveren. “Een tweede batch komt nu via de trein en zal een week of drie onderweg zijn. Dan zitten we in mei.”
Daarnaast bleek het in deze tijd van het jaar niet mogelijk om – vier weken lang – dagelijks honderden kubieke meters grondwater te lozen die bij de bouw van de buffer naar boven komt. Maartens: “Wij zouden op de schaatsbaan lozen, althans dat was de gedachte. Maar dit mag nu niet: vanwege het vogelbroedseizoen en de huidige waterstand van de ijsbaan. We zouden het water nog terug in de grond kunnen injecteren, maar dat brengt hoge kosten met zich mee. Eind van de zomer kan er wel  op de ijsbaan worden geloosd zonder dat die kosten worden gemaakt. En de vogels zijn dan uitgebroed. Het gevolg is wel dat er opnieuw vertraging ontstaat met de volledige ingebruikname van het systeem - de buffer kan immers niet gedurende de zomer met warmte worden geladen.” 

Vertraging

De tegenslagen illustreren de weerbarstige praktijk die de afgelopen jaren al vaker voor vertraging zorgde. “We zijn nu al vijf jaar bezig om 39 woningen te verduurzamen. Het vergde veel tijd en doorzettingsvermogen om alle vergunningen en financiering rond te krijgen”, vertelt Ineke Weber, bestuurslid van warmtecoöperatie VlieWaCo. “Het blijkt lastig om een innovatief project als dit voor elkaar te krijgen.  Je loopt overal tegen problemen aan.” Zo bleek bijvoorbeeld dat er geen standaard vergunning voor een ondergrondse warmtebuffer bestaat. Weber: “Is zo’n warmtebuffer een gebouw? Of een bouwwerk niet zijnde een gebouw? Of geen van beiden? Dan heb je op de Omgevingsvergunning niks om aan te vinken en kun je geen vergunning aanvragen. Toen we een vergunning voor het rek met zonnecollectoren moesten aanvragen, liepen we opnieuw tegen ditzelfde obstakel aan. Het vergunningstraject heeft ons een jaar extra gekost.”

Verzekeraars zijn voorzichtig

Maartens: “Voor ieder bestemmingsplan zou moeten gelden dat energievoorziening, energieopslag en energiedistributie altijd goedgekeurd worden. Dat zou de energietransitie flink kunnen versnellen.” Ook blijkt het geen eenvoudige opgave om verzekeringen af te sluiten, merkte Weber. “Het is een innovatief project met nieuwe technieken. Verzekeraars zijn daarom voorzichtig. Als iets innovatief en nieuw is, dan is het heel lastig om het in Nederland voor elkaar te krijgen. Maar we zijn steeds stug doorgegaan, samen met onze vrijwilligers. We hebben een commissie die technische ondersteuning bood in de eerste demowoningen. Een raad van toezicht stond ons terzijde bij belangrijke beslissingen. En Ineke organiseerde bewonersbijeenkomsten, zette een administratie op, bouwde de website, richtte een warmtecoöperatie op en maakte contracten Vrijwilligers hebben dus een groot aandeel geleverd, wat ook voor de betaalbaarheid van het project van belang is geweest.”

Bewoners hoeven niet te investeren

Een meevaller was dat de woningen al goed geïsoleerd bleken te zijn. Maartens: “In eerste instantie wilden we daarom van het bestaande hoge temperatuurnet een lage temperatuur warmtenet maken, wat duurzamer is. Een lage temperatuurwarmtenet met temperaturen onder de 55 graden is echter niet geschikt voor directe levering van warm tapwater in verband met legionellapreventie. Het water moet dan bijvoorbeeld met een kleine warmtepomp) in de woning naverwarmd worden om warm tapwater te leveren. Ook zouden er andere radiatoren moeten komen die geschikt zijn voor een lagere aanvoertemperatuur. Die investeringen bleken veel hoger te zijn dan het warmtenet op 70 graden laten draaien. We zijn daarom overgestapt naar een warmtenet op midden temperatuur. Hierdoor hebben we geen andere radiatoren nodig. Alleen de afleversets in de woningen moeten vervangen worden.  Dat neemt Vattenfall nog voor zijn rekening, omdat die afleversets na twintig jaar aan vervanging toe zijn. En ze zitten nu op 22 jaar. De bewoners hoeven zelf dus geen investeringen te doen, elektrisch koken deden ze al.”

Meervoudig ruimtegebruik

Maartens verwacht dat het warmtenet in het najaar klaar zal zijn. “Waar ik het meest enthousiast over ben?  De schaalbaarheid en het meervoudig ruimtegebruik. Het terrein waar de buffer komt, wordt straks – net zoals nu – weer een speelveld. Je kunt deze oplossing op heel veel plekken in het land toepassen. Denk bijvoorbeeld aan al die grote parkeerterreinen bij zwembaden. Je kunt op die buffer gewoon je auto parkeren, zo sterk zijn ze. We hebben in Nederland 29.000 sportvelden, ook daar zou je prima buffers kunnen aanleggen. Of bij flats, waar ook veel parkeerplaatsen zijn. In het dichtbevolkte Nederland moeten we woekeren met de ruimte. Dan is het handig als je meerdere functies kunt combineren op dezelfde plek.”  

Afbeeldingen

Cookie-instellingen