Wat maakt een bewonersinitiatief in de warmtetransitie succesvol?

14-09-2022
2403 keer bekeken

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van het nieuws op deze pagina? Log in of maak een account aan. Klik op de knop 'VOLGEN' bovenaan deze pagina. Dan krijg je bericht als er iets op deze pagina wijzigt. 
 

Ik wil een account

 

Hoe bereiken bewonersinitiatieven hun doelen? Wat werkt daarin? Platform31 volgt drie jaar lang acht initiatieven. We spreken Ruud Dorenbos van Platform31 over het onderzoek en Wietze van der Schaaf van Golfpark Gasvrij uit Lelystad over waar de kracht en behoeften liggen van hun initiatief.

Dorenbos: “Er gaat veel aandacht uit naar bewonersinitiatieven. Terecht, want we hebben ze nodig voor een succesvolle warmtetransitie. In veel onderzoek zie je dat er één keer een gesprek is en op basis daarvan conclusies worden getrokken. Op zich prima, maar wij vinden het interessant om de bewonersinitiatieven over een aantal jaren te volgen en ze elk half jaar te spreken. Dan zie je welke bewegingen worden gemaakt en waarom. Typerend is de grote belangstelling voor het Project 21-24 van Golfpark Gasvrij, onder andere een direct gevolg van de recent gestegen energieprijzen en de bezorgdheid van de bewoners van de wijken Golfpark en Lommerrijk in Lelystad.”

Deze wijken in Lelystad hebben zelf het plan opgepakt om voortijdig te anticiperen op de energietransitie en uiteindelijk aardgasvrij te worden. Een groep enthousiaste bewoners is al een aantal jaren bezig om dit te realiseren. Binnen de bewonersvereniging Golfpark hebben ze een werkgroep Energietransitie gevormd onder de titel Golfpark Gasvrij. En ze pakken het professioneel aan, met een bewonersplan, website, bijeenkomsten en samenwerking met diverse partijen.

Bewoner Wietze van der Schaaf is aanjager van het eerste uur: “De bewonersvereniging is opgericht in 1998, en we hebben sindsdien al veel dingen gedaan voor de wijk. In 2012 begonnen we over zonnepanelen te praten. Daar was in het begin iedereen op tegen, en nu heeft bijna iedereen zonnepanelen. Je ziet dat naar mate je meer voor elkaar krijgt er ook meer vertrouwen ontstaat. Als er meer vertrouwen is, dan is er een goede werkomgeving om te realiseren wat je wilt doen. In 2019 kreeg de werkgroep het verzoek om bewoners voor te bereiden op de energietransitie, in de realisatie dat je voortijdig stappen moet maken. We verzamelen informatie, bouwen een netwerk op en proberen steun te krijgen. En we organiseren collectieve aanschaf, van zonnepanelen en isolatie tot nu al de 5e tranche in HR++-glas.”

Toch geen PAW-aanvraag

Van der Schaaf: “Toen we in 2019 steun zochten bij de gemeente Lelystad gaf die aan pas in 2020 te willen starten. Toch is een goede samenwerking opgestart, maar wel vanuit het perspectief van de gemeente. De gemeente wilde inschrijven voor de tweede ronde van het PAW en heeft Buurkracht ingezet om draagvlak te organiseren. Buurkracht nam naar ons idee eigenlijk het initiatief over. Uiteindelijk hebben ze een meer coachende rol aangenomen en ging de samenwerking beter. Het gespecialiseerde bureau Merosch is gevraagd te onderzoeken welke alternatieve energiebronnen voor onze wijken geschikt zijn. Daar kwam all-electric als beste optie uit. Maar na een jaar hebben we in de werkgroep besloten niet aan de PAW-aanvraag te willen meedoen. De kans dat deze zou worden toegekend bleek later overigens ook nihil. We willen blijven ondersteunen en niet duwen. We zijn bang dat het vertrouwen onder de bewoners dan zou wegvallen. Onze wijken liggen vrij geïsoleerd, met een hoge sociale cohesie. We willen dat deze zo hoog mogelijk blijft.”

Het vervolg: Project 21-24

Van der Schaaf: “Voor de PAW-aanvraag moesten we helder hebben wat we willen. Er moest een uitvoeringsplan komen, en omdat we daar niet op wilden wachten hebben we zelf een Bewonersplan gemaakt. Dat is een advies met alle stappen die je als bewoners moet maken. Het Project 21-24 is een direct vervolg hierop.” Conform het bewonersplan wordt een aantal bewoners ondersteund in het proces om binnen drie tot vijf jaar de overstap te maken van aardgas naar all-electric. Het project zat snel op de maximaal twaalf deelnemers, verdeeld over drie zogenaamde ‘huiskamergroepen’. Gedurende het project worden de bewoners begeleid en ondersteund door de werkgroep en een onafhankelijke expert op het gebied van warmtepompen. De in het project opgedane ervaringen worden via presentaties en interviews uiteindelijk vastgelegd en doorgegeven aan de bewoners die deze groep zullen volgen, ook wel de ‘spiegelgroep’ genoemd. “Deelnemers van Project 21-24 moeten een logboek bijhouden en beschikbaar stellen. Nu zijn er de laatste maanden enkelen die sneller dan de groep een warmtepomp willen installeren. Ook die ervaringen delen we met de groep. We vragen ze allemaal of ze hun woning open willen stellen voor bezoek tijdens open huis-dagen. Zo hopen we bewoners op het juiste moment de juiste informatie te geven. Onze ervaring uit de bijeenkomsten is dat dit lastig is bij een grote groep mensen. Ze krijgen snel teveel informatie en raken dan ‘verzadigd’. .”

Drie jaar acht bewonersinitiatieven

Dorenbos ziet Golfpark als ideaal om een all-ellectric aanpak te doen slagen. Alle ingrediënten lijken aanwezig te zijn, maar dat betekent nog niet dat het gaat lukken. “Als all-electric in Golfpark niet lukt, waar gaat het in hemelsnaam wel lukken?” Dorenbos vult aan: “Toen we voor dit onderzoek zijn gaan werven hebben we met Klimaatstichting HIER vanuit de Participatiecoalitie een uitvraag gedaan. Samen met Golfpark Gasvrij volgen we acht heel uiteenlopende initiatieven, van Muiderberg waar ze al bezig zijn met het aanleggen van een warmtenet tot Spijkerenergie in het Spijkerkwartier in Arnhem waar ze vooral inzetten op het vergroten van kennis en bewustwording onder bewoners. We bekijken hoe de initiatieven zijn georganiseerd en gefinancierd, met wie ze samenwerken, hoe ze andere bewoners betrekken, welke mechanismen er mogelijk voor zorgen dat ze resultaat bereiken en welke factoren een rol spelen in de bredere context van hun initiatief. Het literatuuronderzoek en de resultaten van de eerste gesprekken zijn gepubliceerd en nu gaan we regelmatig gesprekken voeren, ook met de gemeenten waarin zij actief zijn.

All electric

Van der Schaaf: “Overstappen op all-electric is complexer dan mensen in eerste instantie denken. Alle woningen in onze wijk zijn gebouwd in dezelfde periode, allen vrijstaand, en toch zijn er veel verschillen. Er moeten keuzes worden gemaakt; welke ruimtes verwarmen we wel met de warmtepomp en welke niet. De eerste stap is een inventarisatie, die mensen zelf maakten. We hebben bijeenkomsten georganiseerd, waarin we voorlichting kregen. De volgende stap is een Warmteverliesberekening, ook deze kunnen de bewoners zelf uitrekenen. Ze realiseren zich dan waar ze warmte verliezen en hoeveel ze nodig hebben. Bewoners zien bijvoorbeeld dat glas vaak het grootste warmteverlies geeft. Beide zijn nodig voor het advies en offertetraject.”

“In deze zoektocht krijgen we nu nog weinig ondersteuning van de gemeente,” aldus Van der Schaaf. “De gemeente heeft de informatievoorziening weliswaar opgeschaald naar provinciaal niveau, met lokaal een Energieloket van de Natuur en Milieufederatie, maar dat is niet voldoende. Uiteindelijk kom je bij de gemeente uit en loop je vast, op dingen als bij wie je moet zijn voor specifieke vragen en vergunningen. Hier kunnen we straks een contact gebruiken, een soort energiecoach die initiatieven ondersteunt. Iemand die langs de initiatieven gaat en de behoeften inventariseert, bij de gemeente de juiste mensen weet te vinden en dingen regelt.”

Samenwerking met de gemeente

Dorenbos: ”Bewonersinitiatieven zien de gemeente als de belangrijkste samenwerkingspartner. Veel gemeenten kunnen zich dat nog beter realiseren. Je ziet dat bij veel initiatieven de contacten met de gemeenten goed lopen, maar je merkt dat de gemeente vaak achter de feiten aanloopt. Dan krijg je het verhaal dat de gemeente maar beperkte capaciteit, kennis en middelen heeft, dat is een feit. Er zijn gemeenten die bijvoorbeeld fte’s opschroeven, maar lang niet elke gemeente kan dit doen. Niettemin, wil je als gemeente slagen in de warmtetransitie dan moet je hierin investeren en bewonersinitiatieven ondersteunen, want anders dreigt het gevaar dat je initiatieven die van goede wil zijn eigenlijk een beetje laat vallen.”

“Bij de tweede ronde gesprekken hebben we gemerkt dat bij een aantal initiatieven sprake is van enige frustratie. Dat heeft te maken met een gemeente die traag opereert, of subsidiepotjes die lastig te bereiken zijn, waar voorwaarden veranderen en procedures niet helder zijn. Al die bewonersinitiatieven zijn vrijwilligers, mensen die een groot hart hebben voor hun wijk en buurt, maar ook voor wat met duurzaamheid en de energietransitie te maken heeft. Een oproep richting de gemeenten is daarom: omarm de initiatieven en investeer in de contacten. Je moet natuurlijk ook naar de Rijksoverheid kijken. Er gaat veel geld om in de transitie, maar ik geloof dat bewonersinitiatieven uiteindelijk een belangrijke sleutel zijn.”

Van der Schaaf sluit af met: “En als ons initiatief straks klaar is met zijn werk, is de gemeente ook nodig om de ervaringen van deze wijk mee te nemen naar andere wijken die nog van het gas af moeten. Dan is het van belang hoe gemeenten met initiatieven omgaan. Hoeveel moeite ze erin stoppen om ervan te leren.”

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen