Lokale ruimte voor energietransitie met staalkaart voor het omgevingsplan

14-09-2022
2589 keer bekeken

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van het nieuws op deze pagina? Log in of maak een account aan. Klik op de knop 'VOLGEN' bovenaan deze pagina. Dan krijg je bericht als er iets op deze pagina wijzigt. 
 

Ik wil een account

 

Laten zien wat de ruimte is voor gemeenten om regels op te stellen en daar inspiratie voor bieden. Dat is het doel van de nieuwe Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving. In dit interview leggen de auteurs uit hoe de staalkaart tot stand kwam en wat gemeenten ermee kunnen.

Achtergrond

Juridisch adviseurs Selma van Velsen en Simon Handgraaf stelden de staalkaart op, die mede met financiering vanuit het PAW tot stand is gekomen. Het is een levend document geworden dat wordt aangepast als de regelgeving wijzigt. Ook de eigen inzichten van de auteurs komen in dit interview aan bod.

Eigen afwegingen

Van oudsher werkt VNG met modelverordeningen, die gemeenten één op één kunnen overnemen. Gemeenten ervaren daarbij geen stimulans om eigen keuzes te maken. “In het licht van de nieuwe Omgevingswet wil de VNG dat gemeenten juist wel eigen afwegingen maken”, aldus Simon Handgraaf, jurist omgevingsrecht. “In plaats van modellen zijn er daarom staalkaarten, die dienen ter inspiratie. Hoe kun je het doen, als je hebt nagedacht over hoe je het wil.”

In de nieuwe Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving staan voorbeelden van mogelijke regels. “We moeten niet voor heel Nederland dezelfde regels willen vaststellen”, aldus Simon. “Gemeenten hebben ieder hun eigen achtergrond en plannen. De opgaven waar ze voor staan, waaronder de energietransitie, vragen lokaal maatwerk. Vandaar dat we opties geven in plaats van modellen.”

“Dat hangt ook samen met de nadruk die participatie heeft gekregen in de parlementaire behandeling van de Omgevingswet”, vult Selma aan, die net als Simon jurist omgevingsrecht is. “De Eerste en Tweede Kamer vragen om betrokkenheid van het publiek. Dan moet je als gemeenten belangen naar voren kunnen brengen, ze serieus wegen en mee kunnen nemen in je besluiten.”

Aparte staalkaart voor energie

Eerst even over de staalkaarten zelf. Ze zijn relatief nieuw. Vier jaar geleden werden er vier ontwikkeld en samengebracht onder het programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Een van die vier staalkaarten was de Staalkaart Energietransitie. Deze was aan actualisatie toe en daar gingen Selma en Simon mee aan de slag, in opdracht van Regina Koning (projectleider juridica van het Kennis- en leerprogramma van het PAW) en het Programma Omgevingswet van de VNG. Nog steeds werd daarbij gekozen voor een aparte staalkaart voor energie.

“Energie is een apart spoor en is buiten de Omgevingswet gelaten”, licht Selma toe. “Maar je ziet de laatste jaren, ook door het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën, dat er een juridische connectie moet komen tussen energietransitie en Omgevingswet. Bij de omgevingsplannen gaat het erom alle regels over de fysieke leefomgeving bij elkaar te brengen. Ook energieregels dus. Mensen die over de energietransitie gaan, staan te trappelen om energieregels in het omgevingsplan in te voegen. De nieuwe staalkaart helpt daarbij.”

Grenzen opgezocht

In het maken van de voorbeeldregels hebben Simon en Selma bewust de grenzen opgezocht van wat een gemeente mag. “Neem de regels over de gebouwgebonden installaties, zoals verwarming”, zegt Simon. “Deze zijn onderdeel van het Besluit bouwwerken leefomgeving van het rijk. Het Bbl regelt dat dingen vergunningsvrij kunnen. Dan is de vraag: hoe ver reiken de rijksregels en waar heeft de gemeente de vrijheid om dingen te regelen? De energietransitie ligt deels buiten het oogmerk van het Bbl, dat gericht is op bescherming van de gebruikers van het gebouw. Daar zien wij dan ruimte om het toch over die gebouwgebonden installaties te hebben, want wij hebben een ander oogmerk: klimaatbestendige gemeenten.”

Rijksregels zijn over het algemeen uitputtend. Dat wil zeggen: er is geen regelruimte meer bij gemeenten. “Toch krijgen gemeenten echt wel de ruimte”, aldus Selma. “Dat is dankzij de Omgevingswet zelf. Door de voorbeelden in de staalkaart laten wij zien hoe ver die vrijheid strekt. De staalkaart moet gemeenten het vertrouwen geven dat ze die vrijheid kunnen nemen. Zoveel mogelijk de ruimte tonen was onze opdracht. Dat hebben we gedaan.”

Spannende onderdelen

Die opdracht leidde overigens wel tot onderdelen die de twee schrijvers best spannend vinden.

“We hebben in de staalkaart de verplichting opgenomen voor eigenaren van daken om te accepteren dat iemand anders daar zonnepanelen op legt”, vertelt Simon. “Eigenaren van bedrijventerreinen moeten dan bijvoorbeeld gedogen dat een energiecoöperatie hun daken gebruikt. Dat is een inbreuk op het eigendomsrecht, maar wel een te rechtvaardigen inbreuk. Ik vind dat wel spannend, ja. We zijn niet gewend om zo in het eigendomsrecht in te breken. De gemeente Utrecht heeft dit inmiddels al als beleid vastgesteld.” “Het is prikkelend”, zegt Selma. “Zo ver kun je dus proberen te gaan.”

In de staalkaart worden veel regels toegelicht middels de casus over de fictieve gemeente Waterstad.

“Waterstad is een gemiddelde stad waarin veel gemeenten zich kunnen herkennen”, vertelt Selma. “Aan de hand van deze casus leggen we in het eerste deel van de staalkaart uit waarom we bepaalde keuzes maken. In de bijlage hebben we per thema een uitwerking gedaan. Daar kun je zien: voor welke thema’s zijn er al regels? Zijn ze er vanuit het omgevingsplan of komen ze ergens anders vandaan? Wat ons betreft staat de beleidsmatige onderbouwing daarbij wel voorop. Regels zijn er alleen ter ondersteuning van je beleid.”

Comfort voor juristen

Hoe kunnen gemeenten de staalkaart nu het best gebruiken? “Gemeenten gaan allemaal dezelfde fasen door: wat schrijven we op in onze visie, wat komt er in de RES, wat is de gebiedsgerichte uitwerking”, vertelt Simon. “Op enig moment komen ze op het punt dat ze burgers en bedrijven gaan verplichten iets te doen. Dan biedt de staalkaart voorbeeldregels die ze qua systematiek kunnen overnemen en aanpassen aan de eigen beleidskeuzes. De staalkaart biedt een scala aan regels die gemeenten aan de hand van de voorbeelden kunnen aanpassen aan hun eigen wensen.”

Selma wijst in dit verband op twee ‘soorten’ mensen: medewerkers die beleidsmatig bezig zijn met de energietransitie en juristen die gaan over de omgevingsplannen. “Die botsen wel eens”, zegt Selma. “Beleidsmedewerkers die een nieuw idee hebben en hierover in discussie gaan met juristen –

die niet zelden heel behoudend zijn – komen er vaak niet zomaar doorheen. Dan kan de staalkaart helpen. De staalkaart biedt de juristen comfort, zo leert de ervaring met de staalkaarten. Ze komen tenslotte van de VNG.”

Geldende regelgeving

Bij het schrijven van de staalkaart zijn Selma en Simon uitgegaan van de geldende regelgeving en hebben zij ook geanticipeerd op aankomende wijzigingen. Dat is in de tekst duidelijk aangegeven. “In het Bbl bijvoorbeeld komt meer ruimte voor gemeenten om voor zonnepanelen op dak te kiezen”, vertelt Simon. “Misschien komt er zelfs wel een rijksregel over de verplichting van zon op dak. De staalkaart moet dan meebewegen. Er staat een aantal wetswijzigingen op het programma. Zodra een wijziging van kracht wordt of voldoende bekend is, schetsen we de nieuwe ruimte in een nieuwe versie. We zien de eerstvolgende actualisatie al aankomen, de grote klappen zitten straks in de aanpassing van de Warmtewet.”

De komende ontwikkelingen in de gaten houden blijft belangrijk. Zo wil minister Hugo de Jonge de BENG-norm voor 'bijna-energieneutraal gebouwen' zo aanpassen dat gemeenten de maatwerkregel over BENG niet meer kunnen gebruiken. Selma snapt de keuze van de minister wel. “Het is de vraag of gemeenten op dit punt ruimte moeten krijgen of dat we moeten zorgen dat niet overal andere eisen gelden, maar ‘gewoon’ een norm vanuit het rijk. Woningbouwers zijn in ieder geval gebaat bij uniforme regels.”

Regie door te ondersteunen

Toch is Simon kritisch op dit punt. “Met de Omgevingswet wordt decentrale afwegingsruimte bij gemeenten neergelegd. Nu zie je dat het rijk alweer terugkrabbelt. Laten we eerst gemeenten de gelegenheid geven om te laten zien wat ze met de afwegingsruimte kunnen. Laat gemeenten zelf hun lijn bepalen en keuzes maken. Ga niet al voordat de wet in werking is getreden van gemeenten de decentrale afweging afsnoepen. Lokale ruimte is het antwoord op de weerstand tegen de opgaven. Als je op rijksniveau zaken gaat doordrukken, zie ik mensen niet enthousiaster worden. Ik begrijp de wens van het rijk om regie te voeren, maar dat kun je ook doen door gemeenten te ondersteunen hun eigen keuzes te maken.”

De Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving kan worden gedownload via de PAW-website [Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving - Programma Aardgasvrije Wijken] en via de website van de VNG [ Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving | VNG].

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen