Ontwerpen participatie - Resultaat

Aan het einde van deze stap heb je een ontwerp liggen voor een participatietraject dat je kunt gaan uitvoeren. In dit ontwerp staan onder andere keuzes vastgelegd over de participatievraag, het doel en niveau van het participatieproces, en de methoden.

Let op: dit ontwerp is het startpunt van je participatietraject. De kans is echter groot dat je bij de uitvoering nieuwe informatie tegenkomt, of onvoorziene moeilijkheden. Dat vraagt om aanpassingen in je ontwerp. Blijf reflecteren op of je ontwerp nog aansluit bij de situatie in de wijk, en of je eventueel terug moet naar de ontwerpfase om je traject aan te passen aan een nieuwe situatie.

Wanneer is een participatieproces van goede kwaliteit? Dat is een lastige vraag, zonder eenduidig antwoord. De wetenschap biedt twee modellen om het eigen participatieproces te beoordelen: het CLEAR-model en het ACTIE-model, beide ook voorgesteld door de VNG in haar handreiking ‘Aan de slag met participatie’.

CLEAR-model

Can do. Hebben bewoners de juiste bronnen en kennis om te participeren?

Like to. Hebben bewoners en bepaalde mate van verbondenheid?

Enabled to. Krijgen de bewoners de kans om te participeren?

Asked to. Worden bewoners daadwerkelijk gemobiliseerd om mee te doen?

Responded to. Zijn de resultaten van participatie zichtbaar (bijv. door middel van terugkoppeling).

 

ACTIE-model

Animo. Motivaties en de drijfveren van burgers om hun initiatief gestalte te geven.

Contacten. Contacten met buurtgenoten, organisaties in de buurt en instanties.

Toerusting. De mate waarin de groep burgers beschikt over middelen (geld of natura), tijd en vaardigheden.

Inbedding. De manier waarop organisaties zijn ingericht om bewonersinitiatieven te ondersteunen.

Empathie. Het vermogen van de professionals en hun organisaties om zich te verplaatsen in burgers en adequaat in te spelen op hun wensen en verwachtingen.

 

 
Cookie-instellingen