Qua organisatie kun je het uitvoeringsplan zien als een (deel)project binnen een breder traject voor de wijkgerichte aanpak, energietransitie of duurzaamheid. Sluit daarom aan bij de organisatie die al is opgetuigd voor andere onderdelen van de energietransitie.
Laat de interne en externe organisatie volgend zijn aan de rol die de gemeente wil vervullen. Zie voor inspiratie het stappenplan transitievisie warmte. De invulling van de regierol kan bij de uitvoering van de wijkaanpakken overigens anders zijn dan bij het opstellen van de transitievisie warmte. De invulling van de regierol kan verschillen per wijk (bijvoorbeeld afhankelijk van de mate waarin bewoners initiatief nemen) en het gekozen warmtealternatief (restwarmte vraagt gemiddeld genomen om meer coördinatie dan all-electric)
Interne organisatie
Het maakt eigenlijk niet zoveel uit wat de exacte werkwijze is (project, programma, projectmatig creëren, etc.), zolang het maar een werkwijze is die structuur biedt en die past bij jouw gemeente. Dan begrijpen collega’s en de omgeving je aanpak en terminologie. En dan is de raad, het college van B en W en de ambtelijke organisatie ook gewend aan die vorm van besluitvorming (bijvoorbeeld het vergunningsproces). De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld gekozen voor een werkwijze die een combinatie vormt van de bestaande planningsprocessen voor gebiedsontwikkeling en verkeer en openbare ruimte. Het is in ieder geval verstandig de collega’s te betrekken die zich bezighouden met de implementatie van de Omgevingswet, de gemeentelijke omgevingsvisie, programma’s en het omgevingsplan en aan te sluiten bij de omgevingstafel als die is opgezet binnen de gemeente. Probeer voordelen te vinden in de uitvoering samen met collega’s.
Belangrijk is om te zorgen voor een duidelijke contactpersoon richting de stakeholders in de wijk. Maak de organisatie volgend aan de opgave. Het benodigd aantal FTE per wijk is afhankelijk van de omvang, het draagvlak, de sociale en fysieke opgave en de mate waarin partijen in de wijk zelf het initiatief nemen/ organiseren. Zorg dat tijdig duidelijk is welke capaciteit er nodig is om de wijk van het aardgas af te halen.
Externe organisatie
Participatie van bewoners en stakeholders is een belangrijke voorwaarde om het uitvoeringsplan te kunnen vaststellen. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat iedereen het met het plan eens is. Veel gemeenten kiezen voor gelaagde participatie van stakeholders: strategisch op het niveau van de gemeente met de netbeheerder en corporaties en operationeel op het niveau van de wijk. Daardoor zijn o.a. corporaties alleen betrokken bij de uitvoering in wijken waarin ze bezit hebben. Het is wenselijk om in ieder geval de netbeheerder en de corporatie tijdig te betrekken. De netbeheerder i.v.m. de consequenties voor het netwerk. De corporatie voor het uitwisselen van kennis over wijken, planning van renovaties, het creëren van draagvlak en de leefbaarheid. Bekijk de themapagina op onze website voor een uitgebreide toelichting op participatie.
Kies voor de participatie van bewoners bij voorkeur een schaalniveau dat voldoende herkenbaarheid en samenhang (in bebouwing, type bewoners en maatschappelijke opgaven) biedt. Buurt- of wijkniveau ligt hierbij meer voor de hand dan stadsdelen of steden/gemeenten. Betrokkenheid van marktpartijen vraagt om zorgvuldigheid in verband met eventuele concurrentievoordelen. Het kan waardevol zijn om de kennis van marktpartijen te benutten, maar dan is het belangrijk om af te spreken dat alle informatie die de marktpartijen ontvangen later ook gedeeld wordt met andere partijen.