PAW in de praktijk: De Hilversumse Meent

16-02-2022
6733 keer bekeken

In 50 proeftuinen werken we aan het aardgasvrij maken van een woonwijk, dorp of buurt. Hoe pak je dat aan, een wijk aardgasvrij maken? In de rubriek ‘PAW in de praktijk’ gaan we op zoek naar antwoorden.

“We zijn gestart vanuit een bewonersinitiatief, dat is wat mensen aanspreekt.” We spreken Bas de Jong, kwartiermaker van de Hilversumse Meent over de aanleiding, aanpak, lessen en voortgang van deze PAW-proeftuin. Na een voortraject van onderzoek en veel gesprekken heeft Meent Aardgasvrij inmiddels een voorkeursaanpak voor verduurzaming van de wijk gemaakt. Nu gaan ze aan de slag met een twintig à dertig pilotwoningen, om deze te isoleren en aardgasvrij te maken. “Je kan veel praten, maar mensen moeten kunnen ruiken, proeven en voelen.”

De eerste aanzet voor de proeftuin begon in 2017 met een discussie in de wijk, zo vertelt Bas. Netbeheerder Liander gaf aan dat het gasnet financieel afgeschreven was en vervangen moest worden. Tegelijk was Meentkracht, een actieve bewonersgroep, bezig met verduurzamen. Zo werd snel de vraag gesteld: wat doen we als wijk aan verduurzaming, en wat kunnen we doen om van het aardgas af te gaan? Uiteindelijk is vanuit Meent Aardgasvrij, een samenwerking van wijkstichting Hilversumse Meent, woningcorporaties De Alliantie en Het Gooi en Omstreken, netbeheerder Liander en gemeente Hilversum een PAW-aanvraag gedaan, en gehonoreerd voor het noordelijke deel van de Meent. Hier staan 624 woningen, een mix van koop en huur. De PAW-rijksbijdrage gaat bewoners in dit gebied helpen met een vergoeding voor een deel van de investering (de ‘onrendabele top’) om hun huis te verduurzamen en aardgasvrij te maken.

Bas de Jong

“Het bijzondere aan de Meent is dat het een soort enclave in het groen is, een zogenaamde bloemkoolwijk uit de jaren 70-80. De wijk kent een hechte gemeenschap, met veel onderlinge verbondenheid,” aldus Bas. Naast historische wijken met beschermde stads- en dorpsgezichten kent Hilversum veel van dit type bloemkoolwijken. “Er is geen collectieve warmtebron voor heel Hilversum beschikbaar. De oplossing voor de Meent is er een die waarschijnlijk voor een groot deel van de gemeente geldt, en dat is ‘all electric’. In de transitievisie warmte van Hilversum is de Meent dan ook als voorbeeldwijk aangewezen, om ervaring op te doen met die transitieopgave naar aardgasvrij.”

Meent Aardgasvrij is al een heel eind gekomen. In 2018 hebben ze onderzoek gedaan naar hoe de huizen zijn te verwarmen als er geen aardgas meer is. “In dat kader zijn ook meer dan honderd woningen in de gehele Meent geschouwd. Zogenaamde ‘staalkaarten’ laten per woningtype zien wat slimme oplossingen zijn voor isolatie, ventilatie en installatie, wat die in de praktijk kosten en wat het oplevert.” Uit onder meer het onderzoek en de schouwingen kwam een beste keus aan technische maatregelen naar voren: isolatie en ‘all electric’ warmtepompen gevoed vanuit een bodemlus - ‘geothermie light’ op blokniveau. Dat is ook in de PAW-aanvraag meegenomen. In 2021 is dit onderzoek geactualiseerd met een warmteoptie-analyse. Een denktank van 30 bewoners heeft meegewerkt aan en meegedacht over dit onderzoek.

De wijkstichting Hilversumse Meent, woningcorporaties De Alliantie en Het Gooi en Omstreken, netbeheerder Liander en gemeente Hilversum zitten in de regiegroep van Meent Aardgasvrij, waar ze de voortgang bespreken en de besluiten nemen. Voor specifieke onderwerpen als communicatie en techniek zijn werkgroepen opgericht. De werkgroepen werken ideeën, voorstellen en plannen uit of doen onderzoek. Begin dit jaar wordt ook met een bewonersraad gestart, bestaande uit particuliere woningeigenaren en huurders uit het PAW-gebied. De bewonersraad geeft advies over de voorstellen die aan de regiegroep worden voorgelegd.

Vanuit de werkgroep communicatie is in mei-juni een enquête uitgezet onder alle bewoners. In september en oktober vorig jaar zijn negen straatgesprekken gevoerd, waar ongeveer 200 bewoners aan hebben deelgenomen. “Er zijn veel enthousiaste mensen. Velen zijn zelf al aan het pionieren in het verduurzamen van hun woning. Isolatie wil iedereen, over de maatregelen die nodig zijn om aardgasvrij te worden is minder eensgezindheid“, aldus Bas. “Er zijn ook zeker lessen te trekken uit de vele gesprekken. Zo hebben we ons verkeken op de bereidheid en mogelijkheden onder senioren. Er is best veel weerstand, ze willen geen gedoe en dat is heel begrijpelijk natuurlijk als je niet zeker weet hoe lang je nog hier zult wonen. Waterstof wordt dan vaak als alternatief genoemd, vanuit de perceptie dat je dan minder aan je eigen huis zou hoeven doen. Een andere les is de complexiteit om dingen op blokniveau te organiseren. Je hebt te maken met verschillende mensen, met hun eigen historie en behoeften. Het wordt nog best een uitdaging om straks van de individuele pilots naar collectieve oplossingen te komen.”

De opgehaalde aandachtspunten van bewoners nemen we mee in het traject. Wat eruit springt is toch wel de behoefte aan kennis. “Daarvoor gaan we komende maanden themabijeenkomsten organiseren. Bijvoorbeeld over energiearmoede. Huurders willen woonlastenneutraal over, maar wat is dat eigenlijk? Over techniek; hoe werkt een warmtepomp? Kan het elektriciteitsnet het aan? En kunnen we tegelijk met de energietransitie ook de natuur versterken? Zo verblijven vleermuizen graag in spouwmuren. Als je wilt isoleren moet je als particulier onderzoek laten doen. Nu kijken we met de provincie en de omgevingsdienst of we met een groter onderzoek naar de staat van de natuur niet een collectieve vergunning kunnen aanvragen.”

Voor de proeftuin worden nu een aantal pilotwoningen verduurzaamd. Een veertigtal bewoners hebben zich aangemeld. Ze krijgen een energieadvies op maat en besluiten daarna of ze komend half jaar aardgasvrij of aardgasvrij-ready willen worden. In dit traject krijgen ze intensieve begeleiding, in samenwerking met het Energiedienstenbedrijf Gooi en Vechtstreek (een collectief van aannemers en installateurs uit de bouw in deze regio) en het Duurzaam Bouwloket. Daarbij is er een financiële bijdrage voor het deel van de investering dat niet binnen 15 jaar wordt terugverdiend, de zogenaamde onrendabele top. Bas: “Met deze pilots kunnen we ervaring opdoen. Wat komt er kijken bij de aanpak van deze woningen, en wat voor keuzes kunnen we aanbieden op het gebied van isolatie, ventilatie en installatie?” Naast deze pilot met particulieren werken ze met de woningcorporaties ook aan een pilot bij de huurwoningen.

Met de inzichten uit de pilots wil Meent Aardgasvrij na de zomer tot beproefde verduurzamingsarrangementen komen, een belangrijk onderdeel van het in het najaar op te stellen buurtenergieplan voor de wijk. Met bedrijven en alle betrokken partijen wordt dan gekeken naar de pakketten aan maatregelen, financiering en uitvoering, én mogelijkheden voor een collectieve uitrol. Samen met de bewoners natuurlijk, want uiteindelijk moet de particulier, maar ook de huurder kiezen en deze transitie omarmen.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen