In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten eind 2021 een transitievisie warmte vaststellen. Daarmee geven ze inzicht (nog geen keuze) met welke buurten, wijken of dorpen ze aan de slag willen om te isoleren of aardgasvrij te maken, en in dat laatste geval ook: wanneer ze die van het aardgas willen halen en welk duurzaam alternatief in aanmerking komt. Uit de inventarisatie van de VNG en het Rijk blijkt dat 302 gemeenten een visie hebben vastgesteld en 43 gemeenten volgen binnenkort. De plannen tellen ruimschoots op tot de verduurzaming van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen, het afgesproken doel.
Ambities
Uit de transitievisies blijkt dat gemeenten 660 duizend woningen gaan isoleren en 820 duizend woningen (isoleren en) aardgasvrij gaan maken. Daarnaast is het voornemen om 36 duizend andere gebouwen (utiliteitsbouw) te isoleren en 24 duizend andere gebouwen (isoleren en) aardgasvrij maken. De transitievisies warmte kun je hier vinden.
Van transitievisie warmte naar uitvoeringsplannen
De volgende stap is om de transitievisies warmte verder uit te werken in uitvoeringsplannen per wijk of buurt. Veel gemeenten zijn daar al mee begonnen. Hiervoor zijn middelen voor uitvoeringskosten gereserveerd in het Coalitieakkoord. Over de verdeling daarvan zijn Rijk en VNG in gesprek. In de miljoenennota van 2022 is 70 miljoen euro aan gemeenten ter beschikking gesteld om hen tegemoet te komen met de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord. De verdeling van die middelen wordt in de meicirculaire bekend gemaakt.
Lees hier de Kamerbrief over resultaten van de monitor transitievisies warmte.