Interview Jillian Benders (gemeente Rotterdam): Data zijn de basis om het gesprek aan te gaan.

13-05-2020
1965 keer bekeken

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van het nieuws op deze pagina? Log in of maak een account aan. Klik op de knop 'VOLGEN' bovenaan deze pagina. Dan krijg je bericht als er iets op deze pagina wijzigt. 
 

Ik wil een account

 

De gemeente Rotterdam verkent dit jaar welke wijken het meest kansrijk zijn om aardgasvrij te maken voor 2030. "Data zijn het vertrekpunt voor de aanpak" vertelt procesregisseur energietransitie Jillian Benders. "Ook moet je in gesprek met stakeholders om het hele plaatje in beeld te krijgen."

Hoe pakken jullie het in Rotterdam aan?

"We hebben gekozen voor een gebiedsgerichte benadering. Ruimtelijk gezien leent Rotterdam zich voor een collectieve benadering omdat er veel hoogbouw is in de stad. Bovendien willen we de overstap naar andere manieren van verwarmen zo toegankelijk mogelijk maken voor elke Rotterdammer. We zijn in 2018 begonnen met het opstellen van een ‘WAT-kaart’."

Met de ‘WAT-kaart’ kunnen we bepalen welk systeem in een bepaald gebied de beste oplossingsrichting is tegen de laagste maatschappelijke kosten.

"Dit is een inventarisatie van het type bouw dat het meeste voorkomt in bepaalde gebieden, welke bronnen er in de buurt zijn enzovoorts. Zo konden we bepalen welk toekomstig systeem in een bepaald gebied de beste oplossingsrichting is tegen de laagste maatschappelijke kosten."

Wat was de uitkomst van deze inventarisatie?

"Je ziet dat in het stedelijk gebied – vooral in de gebieden met veel gestapelde bouw dicht op elkaar – een warmtenet de voor de hand liggende oplossing is."

Maar waar komt die warmte dan vandaan?

"Rotterdam heeft al een warmtenet dat 85 duizend woning-equivalenten voorziet van warmte. Het wordt nu ingevuld door AVR Afvalverwerking en een WKK, maar in de toekomst komen er meer bronnen bij. De industrie in de haven kan zoveel restwarmte leveren dat Rotterdam de hele regio kan voorzien van warmte. Daarbij komt nog de mogelijkheid van geothermie."

De industrie in de haven kan zoveel restwarmte leveren dat Rotterdam de hele regio kan voorzien van warmte.

"Aan de ene kant hebben we in de regio weinig ruimte voor de opwek van zon en wind aan de andere kant een behoorlijke energievraag. De vraag naar elektriciteit zal sterk toenemen, maar het idee is dat je met warmtenetten in ieder geval een deel van die vraag bij gebouwen kan afvangen. Uiteraard spelen data rond vraag en aanbod ook een belangrijke rol om de juiste strategische keuzes te maken."

Wat waren de stappen na de 'WAT-kaart'?

"We hebben na de 'WAT-kaart' een 'WANNEER-kaart' gemaakt, een hulpmiddel bij de zoektocht waar we het beste kunnen beginnen. Deze kaart is onlangs gepubliceerd. Hij is tot stand gekomen vanuit drie datagedreven invalshoeken:

  • De eerste invalshoek is waar kunnen we samen optrekken met onze partners? Daarbij hebben we gekeken naar geplande werkzaamheden met het riool, of in welke gebieden het vervangen van gasleidingen in de planning zit. Dan kun je werk met werk maken. Zo ook naar onderhoudsplannen van de woningcorporaties om te ondervinden wat handig is.
  • De tweede invalshoek is in welke wijken is het haalbaar en betaalbaar? Dat zijn bijvoorbeeld de wijken met veel hoogbouw, grote adresdichtheden en waar de gebouwen staan die zich lenen voor een goede businesscase. We hebben daarbij vooral gekeken naar de wijken waar gezien de techniek en de kennis van nu een collectief warmtesysteem sowieso logisch is.
  • De derde invalshoek is sociaal-economisch. Waar heb je draagvlak en draagkracht? Waar kun je snel massa maken, ook gezien de projecten waar je op een logische manier kunt aanhaken."

Wat is daarvan het resultaat?

"Op de 'WANNEER-kaart' staan 12 studiegebieden waar de gemeente de mogelijkheden onderzoekt om een gebiedsaanpak aardgasvrij te starten vóór 2030. Studiegebieden kunnen groter, kleiner worden of wegvallen tijdens de verkenning. De definitieve planning komt eind 2021 in de Transitievisie Warmte."

De 'WAT-kaart' en de 'WANNEER-kaart' zijn gebaseerd op data. Waar komen die data vandaan?

"Om te beginnen is veel basisinformatie beschikbaar bij onze eigen diensten Stadsbeheer en Stadsontwikkeling. Zij verzamelen onder meer netwerkkaarten van de partijen met kabels en leidingen in de ondergrond. Zij hebben ook toegang tot de BAG. De sociale onderzoeksgegevens komen van IFFO, de afdeling voor datagedreven business-intelligence. Die afdeling combineert bijvoorbeeld landelijke CBS-data met lokale onderzoeken. Ook ondersteunt IFFO in de tooling samen met onze eigen GIS’ers van het Ingenieursbureau."

We krijgen data uit de eerste hand van netbeheerder Stedin om zo effectief mogelijk te kunnen optellen hoeveel aardgasaansluitingen we beetpakken in de betreffende gebieden.

"We krijgen data uit de eerste hand van netbeheerder Stedin om zo effectief mogelijk te kunnen optellen hoeveel aardgasaansluitingen we beetpakken in de betreffende gebieden. Het kost veel energie om data uit te splitsen naar het juiste niveau van buurten en wijken. De ene set kan op schaal van postcode 6 zijn, terwijl de andere weer op buurtniveau zit. Veel sociale en technische data zijn privacygevoelig, terwijl je wel combinaties wilt maken op een dieper niveau."

We willen Rotterdammers niet onnodig opzadelen met verwachtingen die we niet nakomen doordat de kaarten uiteindelijk anders zijn geschud.

"We hebben in het stedelijk landschap allerlei verschillende soorten bouw in elkaar gevlochten, verschillende groepen wonen door elkaar. Dan werken gemiddelde sociale kengetallen op wijkniveau niet. Het is niet makkelijk om te bepalen waar bijvoorbeeld de doelgroep zit die maken kan krijgen met energiearmoede en welke woningen kunnen worden verduurzaamd. Ligt er in een wijk een warmtenet, dan is het handig om te weten welke panden nog wel een aardgasaansluiting hebben. Het is nu nog veel varen op gevoel met aannames. Zoiets ingrijpends als een warmtetransitie wil je zorgvuldiger benaderen. We willen Rotterdammers niet onnodig opzadelen met verwachtingen die we niet nakomen doordat de kaarten uiteindelijk anders zijn geschud."

Hoe gaat het nu verder?

"We hebben verschillende projectleiders aangesteld. Zij gaan de 12 gebieden verder verkennen. De data die we hebben zijn daarvoor de basis, die werken we nu verder uit. Met partijen praten is cruciaal, want je komt dan allerlei dingen tegen die nog niet in de data zijn opgenomen. Welke plannen hebben bijvoorbeeld de corporaties met een gebied? Dat geldt ook voor de sociaal-economische situatie; je ziet pas hoe het is als je in de wijken zelf op onderzoek uit gaat. We maken dan een sociale en technische analyse en werken op basis daarvan een businesscase uit die leidt tot een logisch plan."

Praat je dan met betrokken partijen of ook met individuele inwoners?

"Voorlopig is het gesprek vooral met betrokken partijen en vertegenwoordiging van het gebied. We willen voorkomen dat we verwachtingen wekken, terwijl je weet dat sommige wijken in een zoekgebied niet voor 2030 van het gas afgaan. Dit zal wel verschillend zijn per gebied, want er kan juist ook een goed bewonersinitiatief zijn waar je bij wilt aanhaken."

We zijn nog aan het puzzelen hoe we de Rotterdammers goed kunnen laten meedenken over warmtealternatieven in de toekomst.

"De definitieve planning komt eind 2021 in de Transitievisie Warmte. We zijn nog aan het puzzelen hoe we de Rotterdammers goed kunnen laten meedenken over warmtealternatieven in de toekomst."

Heb je onderweg lessen geleerd die van belang zijn voor andere gemeenten?

"Jazeker. Wat ik graag wil meegeven is dat data zeker kunnen helpen maar dat data niet de hele werkelijkheid weergeven. Data helpen je op weg, geven richting aan het gesprek met belangrijke stakeholders."

Wat ik graag wil meegeven is dat data zeker kunnen helpen maar dat data niet de hele werkelijkheid weergeven.

"Ik ben opgegroeid met Sim City en de futuristische films waarvan alles rond data is in te zien is, te combineren om tot logische conclusies te komen. Dan is het soms lastig dat je maanden bezig bent om gaten te vullen in Excel. Toch heb ik goede hoop dat als we landelijk meer gaan samenwerken, onze expertises bundelen, we de gaten kunnen dichten."

Hulpmiddelen voor data-analyse

De Datavoorziening Energietransitie Gebouwde Omgeving en de Handreiking voor lokale analyse helpen je verder om je lokale analyse uit te voeren. 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen