Veel informatie kun je vinden in openbare databronnen. Bijvoorbeeld gegevens over: eigenaarschap woningen, type woningen, opleidingsniveau van de bewoners, taalkennis van bewoners. Zoek ook informatie over de houding en mening van bewoners. Het combineren van verschillende informatiebronnen verdiept jouw inzicht in de wijk. Met die kennis kun je wijk- en bewonersprofielen maken die inzicht geven in het type bewoners en de manier waarop je met hen in gesprek kunt gaan.
Het stappenplan wijkprofielen beschrijft hoe je databronnen kunt gebruiken om wijk- en klantprofielen te maken, welke informatie daarvoor belangrijk is en hoe je aan die informatie kunt komen. Hieronder wordt het stappenplan kort samengevat:

Klik op 'Lees meer' voor uitleg van de afbeelding.
Stap 1
Ga allereerst na of er misschien al (algemene) wijkprofielen zijn. Zo ja, dan kun je direct door naar stap 3. Zo nee, dan volgt stap 2.
Stap 2
Voorbereidende stappen voor een algemeen wijkprofiel zijn: (2a) bepalen van de inhoud, (2b) verzamelen van data, (2c) eventueel een enquête uitvoeren en (2d) verwerken van alle gegevens.
Stap 3
Om de algemene wijkprofielen te kunnen toespitsen op aardgasvrij, is het goed om (3a) de inhoud weer te bepalen en na te gaan welke aanvullende informatie nodig is en (3b) die aanvullende informatie te verzamelen. Dit kan in de vorm van klantprofielen (3c). Als je enquêtes uitvoert, kun daarin vragen toevoegen over aardgasvrij (3d). En tot slot kunnen de data worden verwerkt tot wijkprofielen voor aardgasvrij (3e).
Culemborg - Geen geheime agenda
In onze levens speelt de digitale wereld een steeds grotere rol. Het bedrijf OmOns, van Alliander, werkt aan een digitaal platform dat een aanvulling kan zijn op fysieke bijeenkomsten en gesprekken met bewoners. Jan-Jaap van OmOns: “Het aantal actieve deelnemers is hoger dan het aantal wijkbewoners dat gemiddeld op een bijeenkomst afkomt."
"We kunnen het niet hard maken omdat we privacy waarborgen van bewoners, maar we denken wel een andere, aanvullende groep digitaal te bereiken via ons platform. Denk aan gezinnen met jonge kinderen, of anderen die te druk zijn om bijeenkomsten bij te wonen.”
Op het digitale platform krijg je via je inloggegevens toegang tot je eigen wijk, die je op de kaart geplot ziet. Je ziet van andere aangemelde huishoudens welke duurzame maatregelen zijn genomen. Ook kun je aangeven welke wensen je hebt om je huis te verduurzamen. “Buurtbewoners gaan elkaar vragen stellen en voor elkaar dingen uitzoeken op het platform. Dat was ook ons doel. Je buren wonen in een vergelijkbaar type woning, en daarom werkt dit goed. Dan belt er iemand uit je straat naar een leverancier over het effect van isoleren op de speciale verf op de buitenwand van de woning, en deelt daarna de uitkomsten online. Of je vraagt online of je bij iemand in de buurt in huis mag kijken hoe een warmtepomp er uitziet. We zien trouwens wel dat zelfs bij vergelijkbare woningen er toch significante verschillen zijn in de wensen tot verduurzamen.” Het blijft dus maatwerk.
Privacy is en blijft een aandachtspunt volgens Jan Jaap. “Wij maken alleen gebruik van openbare data, en we doen verder niks met de data, behalve tonen aan je wijkbewoners. Vertrouwen is erg belangrijk voor ons.”
In Culemborg is geëxperimenteerd met een combinatie van een digitaal platform en bijeenkomsten in de wijk. Jan, van de gemeente Culemborg, vertelt dat het voor zijn gemeente erg belangrijk was ‘Bottom up’ te werken. “Het is een ingrijpende verandering die achter de voordeur bij mensen plaatsvindt. Dan willen we niet als gemeente zelf een plan gaan opstellen, dat leidt tot weerstand. We werken - samen met de netbeheerder, de lokale energiecoöperatie en de woningbouwcorporatie - vanuit gelijkwaardigheid met de wijkbewoners.”
“We zijn gestart met een wijk waar de bewoners bovengemiddeld veel met duurzaamheid bezig zijn. In een gedeelte van de wijk was al een warmtenet. Wat ook heel fijn is, dat de buren elkaar al zien en ontmoeten. De structuur van de wijk brengt verbinding tussen buren, omdat de voordeuren uitkomen op hofjes en binnentuinen.”.
In Culemborg mogen de wijkbewoners zelf hun rol bepalen als het gaat om aardgas vrij. Ik lees het buurtplan, dat de bewoners zelf schreven en aan de gemeenteraad gaan sturen. Daarin zie ik zelfs de participatieladder terug. De buurt kiest voor de hoogste trede van de participatieladder, namelijk: coproductie. De kerngroep van bewoners heeft, samen met een projectteam, het proces vormgegeven, de communicatie met bewoners verzorgd, en zelf het buurtenergieplan geschreven en vastgesteld.
“Er is een actieve bewonersvereniging”, aldus Jan. “We hielden bijeenkomsten, en nodigden iedereen uit om samen met ons een plan uit te werken. In het bewonersplan konden de bewoners ook andere zaken agenderen: wat kon volgens hen beter in de wijk?” Ik vroeg me af of hij dat niet spannend vond. “ Nee ik vond dit helemaal niet spannend om die vraag zo open te stellen. We kunnen als gemeente niet alles, daar kun je gewoon eerlijk over zijn. Als je de wijk in gaat zonder geheime agenda, en je kijkt wat je kunt doen voor de bewoners, dan accepteren zij ook als er iets niet lukt. In deze wijk waren de wensen vooral gericht op duurzaamheid. De wijkbewoners wilden bijvoorbeeld voorkomen dat er meer houtkachels gebruikt zouden gaan worden in de toekomst. En ze wilden graag energieneutraal worden. Dus dat hebben ze een plek gegeven in het buurtplan.”
Jan geeft aan dat de aanwezigheid van een ‘sociale structuur’ in een wijk heel belangrijk is. “Het is heel belangrijk dat buren elkaar ontmoeten en leren kennen. Als gemeente kun je dat bevorderen. Op het thema aardgas vrij voel ik de plicht iedereen in de wijk op z’n minst een keer te bereiken en te informeren, ook al heb je helemaal niets met het thema verduurzamen. Ik wil dat iedereen een bewuste keuze kan maken: wil ik actief deelnemen aan mijn buurtplan, of niet.”
Het conceptbuurtplan van de eerste wijk is vervolgens naar alle wijkbewoners in de brievenbus gedaan, met een enquête erbij, waarin de bewoners hun mening konden geven. Jan: “De respons op de enquête was 49%, dat vonden we toen weinig, maar eigenlijk is dat best een mooi percentage. Ik ben best trots wat we samen met deze wijk gemaakt hebben. Met de gemeenteraad hebben we afgesproken dat de plannen van de bewoners integraal naar de raad gaan. En dat de raadsleden deze plannen, die democratisch tot stand zijn gekomen, serieus nemen.” Jan is de enige medewerker van de gemeente op dit thema. Vergt dat niet veel van hem? “Het werk verschuift wel wat meer naar de avonduren ja.”
Wat neem ik mee naar huis?
Door online- en offline-ontmoetingen te combineren bereik je meer (en soms andere) bewoners.
Stel open de vraag: hoe betrokken wil je zijn. Vaak blijkt dat mensen dan op basis van gelijkwaardigheid willen samenwerken.
Vragen aan de buurt wat er nog beter kan, hoeft niet spannend te zijn. Als je maar open en eerlijk bent over wat je wel en niet kunt, zullen bewoners dat over het algemeen begrijpen.
Rotterdam - Kennismaken met de belevingswereld van bewoners
“Om een wijk te leren kennen, begin ik met ‘harde’ data: aantal inwoners, leeftijdsopbouw, inkomen, werkloosheid, verhouding huur-koop, energielabels, et cetera. Maar minstens zo belangrijk is informatie over de belevingswereld van bewoners. Daarvoor doen we sociaal-marketingsonderzoek.”
Rotterdam onderzoekt in vijf wijken hoe die van het gas af kunnen. In de wijk Pendrecht ligt aansluiting op het warmtenetwerk voor de hand. Samen met inwoners worden de opties verkend. “Maar daarvoor wil ik eerst de wijk leren kennen,” aldus Nicolien Wirschell, gemeentelijk projectleider Aardgasvrij Pendrecht. “Van onze onderzoeksafdeling krijg ik een wijkprofiel: een mooi overzicht van feitelijke gegevens over de inwoners en de woningen. Dat is een luxe.”
Wat beweegt bewoners?
Het zegt alleen weinig over hun belevingswereld, stelt Nicolien: “Wat beweegt bewoners, hoe staan ze in het leven?” In een sociaal-marketingsonderzoek zijn de inwoners bevraagd over hun leefwereld in hun wijk en hoe ze daar (willen) leven.
Motivaties en emoties
De uitkomsten zijn een enorme verrijking volgens Nicolien. “Het geeft bijvoorbeeld inzicht in motivaties en emoties. Sommige mensen blijken vooral nuchter en gemotiveerd te zijn. Voor hen kun je als gemeente een sparring partner zijn. Bij andere emoties zijn agendering, erkenning of ondersteuning meer voor de hand liggende rollen.”
Sommige uitkomsten zijn misschien universeel, vertelt Nicolien. “Mannen blijken vaak geïnteresseerd in de techniek, vrouwen in wat het thuis gaat betekenen. Voor ouders met kinderen is veiligheid een ‘trigger’. Die zijn blij dat er straks geen vuur meer in huis is.”
Zoek de verschillen
Ook in de wijk Rozenburg is onderzoek gedaan. Er zijn duidelijke verschillen. Zo blijkt in Pendrecht het zogenaamde ‘verlies-frame’ dominant en in Rozenburg het ‘winst-frame’. Nicolien licht dit toe: “Het is in Rozenburg verstandig om vooral voordelen te benadrukken: ‘Je krijgt lagere maandlasten als je isoleert’. En in Pendrecht kun je beter inzoomen op nadelen: ‘Je stookt voor de vogels op je dak, als je niet isoleert’.”
Ikzelf zou inzetten op voordelen, maar dat is in Pendrecht minder effectief
Zo’n inzicht helpt Nicolien: “Ikzelf zou van nature inzetten op voordelen, maar dat is in Pendrecht minder effectief.”
Huiskamer
Nu komt er een huiskamer Aardgasvrij Pendrecht, een laagdrempelig informatiepunt. Daar kunnen mensen ook ervaren wat een aardgasvrije woning betekent. Veel inwoners zijn namelijk vooral kinesthetisch ingesteld, aldus Nicolien. “Dan helpt het als we het kunnen laten beleven en voelen. Door bijvoorbeeld een afleverset te laten zien, echte voorbeelden, niet op papier.” En er komen kookworkshops. In sommige culturen kookt men vaak met grote pannen voor veel mensen. Nicolien: “We zagen in het onderzoek terug dat mensen denken dat dit alleen goed kan op gas. Daarom gaan we samen koken op inductie om samen te ervaren hoe dat werkt.”
Niet blind uitgaan van je eigen perspectief
Handelingsperspectieven
Voor aardgasvrij moet je de haarvaten van de wijken in, tot bij mensen thuis. Dat heeft veel impact en dan is draagvlak hard nodig. Met de uitkomsten worden nu passende handelingsperspectieven ontwikkeld. Nicoline: “Dat zijn geen trucjes. We vergroten ons inzicht en onze gevoeligheid voor belangrijke verschillen, om daar beter op in te kunnen spelen.” Natuurlijk passen inwoners niet 100% in één hokje, nuanceert Nicolien: “Maar het helpt ons om de blik te scherpen, en niet blind van je eigen perspectief uit te gaan.”
Waar vind ik ondersteuning bij het maken van wijkprofielen?
Het Stappenplan Wijkprofielen beschrijft stap voor stap hoe je algemene wijkprofielen kunt opstellen, welke data daarvoor nodig zijn, hoe je die (ook) kunt benutten voor aardgasvrije wijken, en hoe het wijkprofiel kan helpen bij het opstellen van een wijkgerichte communicatie- en participatieaanpak.
De voornaamste reden waarvoor gemeenten wijkprofielen opstellen, is om de leefbaarheid in kaart te brengen en te verbeteren. Het is verstandig om eerst algemene wijkprofielen te ontwikkelen, voor je gaat werken aan specifieke wijkprofielen voor aardgasvrij. De meeste gegevens die nodig zijn voor aardgasvrij, zijn namelijk ook relevant voor andere beleidsthema’s. Dus ook andere afdelingen kunnen profiteren van die algemene wijkprofielen. En er aan bijdragen. Vaag dus ook (collega’s van) die andere afdelingen welke informatie zij hebben en nodig hebben voor die profielen. En check of zij kunnen helpen bij het maken van die algemene wijkprofielen.
Om een goed beeld te krijgen van de wijk heb je niet alleen ‘harde’ data nodig, zoals inkomen, maar ook ‘zachte’ data, zoals de mening over de wijk van bewoners en hun beleving. De bijlage van het stappenplan bevat diverse praktische voorbeelden en tips. Onder meer voor bureaus die kunnen helpen bij het opstellen van klantprofielen. Als jouw gemeente een afdeling ‘Onderzoek & Statistiek’ heeft, dan heeft die vast al veel informatie beschikbaar. Zo niet, dan kun je bij de vereniging van onderzoek & statistiek terecht voor tips. Binnen het PAW is er een online-community ‘Datagedreven werken aan de energietransitie’ waarin leden samenwerken en overleggen over het nut en benutten van data voor de energietransitie.
Meer weten:
- Een buurtagenda is een andere vorm van een wijkprofiel. De handreiking ‘Hoe maak ik een buurtagenda’ biedt nuttige (aanvullende) tips die ook bruikbaar zijn voor een wijkprofiel.
- Platform31 organiseerde drie webinars over ‘Instrumenten voor wijkprofielen en buurtagenda’s’ over
-
- het ophalen van de cijfers;
- het ophalen van de verhalen; en
- hoe je dit met elkaar kunt verbinden in een wijkprofiel of buurtagenda.
- In aanvulling op het stappenplan Wijkprofielen is de Datavoorziening Energietransitie Gebouwde Omgeving (DEGO) een waardevolle informatiebron. De DEGO helpt gemeenten aan technische en demografische gegevens van wijken voor o.a. de Transitievisie Warmte.