Ontwerpen participatie - Wat

De belangrijkste handeling van Stap 2 is het maken van keuzes over de volgende onderwerpen en vragen. Deze keuzes maak je samen met collega’s en eventueel bewoners en gebouweigenaren. Houd in je achterhoofd dat het participatietraject moet aansluiten bij verschillende voorkeuren van verschillende bewoners. Binnen het traject moet daarom ruimte zijn voor fasering, en afwisseling van verschillende methodes die afwisselend meer op intensivering en meer op verbreding richten. 

 

Type samenwerking en de rollen van de overheid en gemeenschap

Er zijn verschillende initiatiefnemers die bezig zijn met huizen van het aardgas af te halen. Dat gebeurt vanuit de overheid, maatschappelijk initiatieven, maar ook vanuit commerciële spelers.


Samenwerken en de krachten bundelen met andere mensen en organisaties is daarbij essentieel. Hoe laat je dat nu soepel verlopen in de praktijk? Het start met een goed gesprek over ieders rol en beeld van die samenwerking.

Het gaat daarbij niet alleen over de manier van samenwerken (zoals consultatie of co-creatie), maar ook of alle partijen dat wel écht willen én ook kunnen. Het empowermentraamwerk en de nieuwe participatieladder van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving geeft handvatten de samenwerking en rolverdeling vorm te geven. Klik hier voor meer informatie.


Participatievraag

Een goede participatievraag is cruciaal. Het bepaalt de focus van je proces en heeft invloed op de mate waarin bewoners zich betrokken voelen.


Het is zeer afhankelijk van de context, toch zijn er algemene adviezen te geven. Zie ook het rapport van de commissie Brenninkmeijer “Betrokken bij klimaat”.

  • Zoek een balans tussen beschikbare middelen en de vraag: een complexer vraagstuk vraagt meer tijd, informatie en expertise dan een eenvoudiger vraagstuk.
  • Betrek bewoners vroegtijdig bij het bepalen van de vraag.
  • Denk vooraf na over mogelijke antwoorden, en het effect dat die kunnen hebben.
  • Bedenk hoe je terugkoppelt wat er is gedaan met de input die is opgehaald op de vraag en communiceer daar later ook over.
Geschikt
Ongeschikt

Open vragen

Ja-nee-vragen

Vragen gericht op één onderwerp

Samengestelde vragen

Heldere, doelgerichte en begrijpelijke vragen

Brede, abstracte vragen zonder context

Vragen waarvan de antwoorden invloed kunnen hebben.

Te beperkte of smalle vragen zonder keuzemogelijkheid

Vragen en onderwerpen die burgers raken of interesseren.

Vragen die ver van de belevingswereld van bewoners staan, irrelevant voor hen zijn.

 
 

Representativiteit

Uiteindelijk moeten alle bewoners van een wijk mee willen in de warmtetransitie. Niet elke participatiemethode biedt ruimte om alle bewoners te betrekken.


Denk daarom na over hoe je verschillende methoden kunt combineren, maar ook over welke vorm van representativiteit belangrijk is voor jouw participatievraag. Aandachtspunten daarbij zijn: is de spreiding naar relevante criteria (zoals sekse, leeftijd, koop of huur, sociaaleconomische status, opleidingsniveau, woonplaats, situatie huishouden, gebouwtypes) groot genoeg? Zijn alle betrokken belangen bij dit onderwerp vertegenwoordigd?

Welke kenmerken relevant zijn voor deze representativiteit hangt samen met je participatievraag. Als je vraag bijvoorbeeld over de betaalbaarheid van de warmtetransitie gaat, dan is representativiteit op basis van inkomen belangrijk. De keuze voor communicatie en participatiemiddelen heeft ook gevolgen voor de mate van inclusiviteit van het proces. Wordt veel met tekst en taal gewerkt? Dan sluit dit mensen uit die de taal minder goed machtig zijn. Is de communicatie uitsluitend digitaal? Dan is dat lastig voor mensen die deze middelen minder vaak gebruiken. Andersom zullen bepaalde groepen, bijvoorbeeld jongeren, waarschijnlijk niet bereikt worden als de digitale mogelijkheden onvoldoende worden benut.

Denk in het ontwerp van je participatieproces, met name bij de keuze voor je methoden, ook aan hoe een eventuele wisselwerking tussen de deelnemers van jouw participatietraject en een bredere groep bewoners en stakeholders kan worden vormgegeven.

 

 

Participatiemethoden

Welke methode geschikt is voor jouw participatieproces, hangt af van de gewenste doelgroep en hoe intensief je hen wilt betrekken bij de besluitvorming. Daarnaast is het belangrijk om ruimte te maken voor maatwerk. Per huishouden kunnen er andere zorgen of wensen leven. Waar sommige mensen graag op beleidsniveau meedenken over de inhoud van het uitvoeringsplan (bijvoorbeeld via een burgerforum), zullen anderen vooral gesprekken willen voeren over de gevolgen voor hun eigen woning (bijvoorbeeld door middel van keukentafelgesprekken).


Je keuze voor een methode is ook afhankelijk van de technische mogelijkheden. Belangrijk hierbij is het verschil tussen individuele en collectieve oplossingen. Een collectieve oplossing is immers alleen rendabel als er genoeg mensen zich willen aansluiten. Je moet dan via het participatieproces ook de aansluitingsbereidheid bij bewoners peilen, in kaart brengen welke vragen en belemmeringen zij ervaren om aan te sluiten en strategieën ontwikkelen om deze weg te nemen.

Je participatietraject zal waarschijnlijk verschillende participatiemethoden combineren om aan te sluiten bij verschillende voorkeuren binnen de wijk, en fases binnen het proces. Je kunt bijvoorbeeld eerst breed raadplegen in de wijk door middel van een enquête, en deze informatie gebruiken als input voor een kleinere groep bewoners in een burgerpanel. Of je kunt juist beginnen met een kleinere representatieve groep en de uitkomsten hiervan toetsen middels een brede dialoog of keukentafelgesprekken.

Bedenk bij je keuze voor methoden ook hoe je de opbrengst van het participatieproces beoordeelt, wie dit gaat doen op basis van welke criteria, en of je eventuele beoordelingscriteria van tevoren bekend maakt aan de deelnemers. Dit is belangrijk voor de transparantie van het proces.

Methoden komen in alle vormen en maten. Onderstaande lijst is daarom niet uitputtend. De genoemde kenmerken bieden slechts een eerste inzicht in de methode en missen nuance en context. Eigen onderzoek naar het toepassen van de methoden is daarom cruciaal.

Methode

Doelgroep

Frequentie

Sterke punten

Aandachtspunten

  1. Burgerraad / burgerforum

 

Meer informatie

Representatieve groep bewoners

Aantal keer in korte tijd (aantal maanden)

Advies over één specifiek (en mogelijk) ingewikkeld thema. Tijd voor verdieping. Breed gedragen oplossingen.

Intensief. Onafhankelijke begeleiding en informatie. Discussie over mandaat en invloed uitkomst op beleid.

  1. Burgertop

 

Meer informatie

Alle bewoners

Eén grote bijeenkomst

  • Diverse thema’s. Zichtbaarheid.
  • Grote groep actief betrokken.
  • Intensief traject.
  • Vergt zorgvuldige organisatie voor een representatieve groep deelnemers.
  • Kan veel losse ideeën opleveren.
  • Belangrijk om verwachtingen op invloed te managen bij deelnemers.
  1. Bewonerstevredenheidsonderzoek

 

Meer informatie:

Alle bewoners

Kwantitatief onderzoek aangevuld met kwalitatieve focusgroepen

  • Inclusieve methode met een lage drempel tot deelname.
  • Duidelijk en helder inzicht in hoe (groepen in) de wijk het proces naar aardgasvrij wonen ervaren.
  • Goede timing in het proces is van belang.
  • Evenals de terugkoppeling over wat er gedaan is met de opgehaalde resultaten.
  1. Enquête

 

Meer informatie

Alle bewoners en stakeholders

 

  • Online en offline mogelijk.
  • ‘Stille midden’ bevragen.
  • Lage kosten. Mogelijkheid om veel data ophalen.
  • Weinig activatie en betrokkenheid bewoners.
  • Kans op vuile data, of te veel data om te verwerken.
  1. Excursie / energiesafari / energiemarkt / modelwoning / prototype

 

Meer informatie

Bewoners, eventueel stakeholders

 

Eenmalig, aantal keer

  • Informeel.
  • Bewoners inspireren en activeren met concrete oplossingen.
  • Direct contact en feedback.
  • Verhouding commerciële en maatschappelijke belangen.
  • Potentieel kostbaar.
  • Beperkte samenhang en onderbouwing meningen en ideeën.
  1. Focusgroep

Betrokken bewoners en stakeholders

Eenmalig, aantal keer

  • Online en offline.
  • Deelnemers loten of zelf inrichten.
  • Tegenstellingen opzoeken, groepsdynamiek bestuderen.
  • Zenden én vragen stellen.
  • Groepsdruk, de toon kan snel worden gezet.
  • Intensief.
  • Discussie over mandaat en invloed uitkomst op beleid.
  1. Bewonersavond / informatiebijeenkomst

Bewoners, eventueel stakeholders

Eenmalig, aantal keer

  • Online en offline.
  • Iedereen uitnodigen.
  • Zenden én vragen stellen.
  • Beleid toetsen.
  • Beperkte opkomst en diversiteit deelnemers.
  • Mondige deelnemers.
  • Weinig tijd en informatie voor weloverwogen keuzes.
  • Verwachtingen managen invloed op beleid.
  1. Inloopspreekuur

 

Meer informatie

Bewoners en stakeholders

Vaste dag(en) in de week of maand

  • Online en offline.
  • Laagdrempelig (indien dichtbij de bewoners).
  • Direct vraag en antwoord.
  • Persoonlijk.
  • Met klein aantal mensen in gesprek.
  • Beperkte samenhang en onderbouwing meningen en ideeën.
  1. Keukentafelgesprekken

 

Meer informatie

Bewoners en stakeholders

Aantal keer

  • Laagdrempelig en open
  • Gesprek van hoge kwaliteit.
  • Direct contact en feedback.
  • Mogelijkheid tot maatwerk per huishouden
  • Intensief.
  • Met klein aantal mensen in gesprek.
  • Niet representatief.
  • Verwachtingen managen invloed op beleid.
  1. Participatieve Waarde Evaluatie (PWE)

 

Meer informatie

Bewoners

Eenmalig of aantal keer

  • Bewoners activeren door hen als bestuurder keuzes te laten maken.
  • Scherp beeld van voorkeuren en overwegingen.
  • Input voor beleid.
  • Intensief.
  • Met klein aantal mensen in gesprek.
  • Niet representatief.
  • Verwachtingen managen invloed op beleid.
  1. Stakeholderbijeenkomst

Betrokken stakeholders

Eenmalig of aantal keer

  • Specifiek vraagstuk.
  • Met experts en geïnteresseerden met verschillende belangen in gesprek.
  • Kwalitatieve oplossingen.
  • Uitnodigingsbeleid: wie wel en wie niet.
  • Lastig om alle belangen aan tafel te krijgen.
  • Afstand tot de ‘gewone’ samenleving.
  1. Straatgesprekken / omgevingswandeling

 

Meer informatie

Bewoners en stakeholders

Eenmalig of aantal keer

  • Laagdrempelig en open gesprek.
  • Diverse respondenten. Spontane antwoorden.
  • Met klein aantal mensen in gesprek.
  • Weinig tijd en informatie voor weloverwogen keuzes.
  • Beperkte samenhang en onderbouwing meningen en ideeën.
  1. Werkatelier / gebiedsatelier

 

Meer informatie

 

Kleine groep bewoners en stakeholders

Eénmalig of aantal keer

  • Specifiek vraagstuk.
  • Met experts en geïnteresseerden met verschillende belangen in gesprek.
  • Kwalitatieve oplossingen.
  • Uitnodigingsbeleid: wie wel en wie niet.
  • Lastig om alle belangen aan tafel te krijgen.
  • Afstand tot de ‘gewone’ samenleving.
  1. Wijkraad / burgerpanel

Vaste, representatieve groep bewoners

Aantal keer per jaar

  • Diverse vraagstukken.
  • Gevraagd en ongevraagd advies.
  • Tijd voor verdieping.
  • Breed gedragen oplossingen.
  • Intensief.
  • Onafhankelijke begeleiding en informatie.
  • Discussie over mandaat en invloed uitkomst op beleid.
 
Cookie-instellingen