Na de wijkanalyse volgt het projectplan. Deze stap komt voort uit de bestuurlijke opdracht die je hebt gekregen om een wijk of buurt van het aardgas af te halen en/of woningen en gebouwen te isoleren. Het resultaat is de bestuurlijke goedkeuring van een projectplan (of startnotitie, principenota, etc.) om tot een uitvoeringsplan te komen. In het projectplan leg je het proces om tot een uitvoeringsplan te komen vast, en beschrijf je de ambities, afbakening en randvoorwaarden.
Bepaal ambities en uitgangspunten
- Streef je als gemeente naar volledig aardgasvrij, aardgasvrij-ready of naar een geleidelijke reductie van CO2 in dit gebied?
Op welke termijn moet deze ambitie gerealiseerd worden en met welke fasering in de uitvoering? Een mogelijk voordeel van een stevige ambitie is dat de urgentie wordt benadrukt. Ook kan het de uitvoering aanjagen (‘geen tijd te verliezen’), maar het kan ook verlammend werken en ten koste gaan van het draagvlak onder partners met minder grote ambities.
- Is aardgasvrij een standalone onderwerp of is het ‘slechts’ een onderdeel van een bredere sociale en fysieke transformatie van de wijk? Het voordeel van een smalle benadering enkel gericht op aardgasvrij, is dat het de complexiteit vermindert en besluitvorming eenvoudiger maakt. Het voordeel van een bredere benadering is het mogelijk benutten van koppelkansen, integraliteit van de uitvoering en de mogelijke verbreding van het draagvlak met het aanpakken van andere opgaven.
- Welke middelen zijn beschikbaar voor de ambitie? Zijn ambities en middelen met elkaar in balans?
Bepaal afbakening
- Welke warmteoplossingen overweeg je als gemeente wel en niet (volgend uit de transitievisie warmte, tenzij er nieuwe inzichten zijn)? Welke eisen en kaders liggen er al uit eerdere besluiten of bestaande afspraken (volgend uit de transitievisie warmte, tenzij er nieuwe inzichten zijn)?
- Welke afwijkingen zijn op basis van voortschrijdend inzicht wenselijk ten opzichte van eerdere besluiten?
- Welke onmogelijkheden zijn er, bijvoorbeeld vanuit de ondergrond?
Bepaal geografische begrenzing uitvoeringsplan (stadsdeel, dorp/kern, wijk, buurt, straat of complex)
- Het kan raadzaam zijn een gebied af te bakenen waarbij er enige samenhang is binnen het plangebied qua gebouwtype, infrastructuur, (beleving van) bewoners en stakeholders, zodat er focus kan zijn in de aanpak. Dat is doelmatig en efficiënt.
- Participatie organiseren gaat het makkelijkst op het schaalniveau van straat en buurt. De ervaring leert dat bewoners sneller geneigd zijn te komen naar een bijeenkomst die over hun straat gaat, dan over hun stadsdeel. Wel is het belangrijk om brede participatiemogelijkheden al vroeg in het proces aan te bieden.
- Houd rekening met de samenstelling van warmtekavels zoals omschreven staat in het wetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorzieningen.
Een warmtekavel is een gebiedsafbakening waarbinnen zich wijken/gebouwen bevinden waarvoor de gemeente collectieve warmte overweegt. Daar waar in de tvw collectieve warmte als alternatief is benoemd, is het van belang om eventuele samenhang tussen deze gebieden af te wegen en te beoordelen op welke manier aan te sluiten bij het plangebied.
- Welke infrastructuur is al aanwezig (als er bijvoorbeeld brede toegang is tot een collectief warmtenet dat in eigendom is van één partij is dat zeer relevant voor het uitvoeringsplan omdat dit dan een belangrijke stakeholder is).
Rolverdeling en fasering
- Welke trede op de participatieladder is in welke fase de ambitie en hoe vertaalt zich dit naar mogelijkheden voor advies of zeggenschap van bewoners en gebouweigenaren? Bespreek dit samen met de bewoners en andere stakeholders, en communiceer hier duidelijk over.
- Op welk moment vraag je waarover input van bewoners en op welke manier krijgen zij een terugkoppeling over wat er met de input is gedaan?
- Welke bijdrage leveren de verschillende partners, zoals de corporaties, netbeheerder, eventuele overheden? Worden de afspraken verwerkt in een intentieovereenkomst? Brede participatie kan de besluitvorming vertragen, maar kan in een later stadium zorgen voor breder draagvlak en een snellere uitvoering. Zorg er in ieder geval voor dat bij alle partijen helder is wie, wanneer, waarover mee mag praten of besluiten, en welke afhankelijkheden er zijn tussen de verschillende stakeholders.
- Planning; welke stappen gaan we zetten om tot een uitvoeringsplan te komen? Wanneer worden tussentijdse resultaten aan de raad en/of het college van B en W voorgelegd? Wat zijn eventuele go/no go momenten?
- Het projectplan kan eventueel openbaar worden gemaakt en daarmee bijdragen aan de communicatie. Maak daarom afspraken over de communicatie rond de plannen.
- De rolverdeling en fasering van de besluitvorming is afhankelijk van de specifieke procedures binnen de gemeente en is daarom geen onderwerp in dit stappenplan.
Projectorganisatie
Het is raadzaam om tijdig na te denken over de inrichting van een projectorganisatie en de daarmee benodigde ambtelijke capaciteit om tot een goed uitvoeringsplan te komen. Gemeenten die al aan de slag zijn gegaan, ervaren dat het opstellen van een uitvoeringsplan meer tijd heeft gekost dan zij vooraf inschatten. Denk ook na over de benodigde inzet van andere partijen en maak afspraken over deze inzet (bijvoorbeeld de benodigde kennis van corporaties en netbeheerders). Zie ook de aparte PAW-pagina over de organisatie van de transitievisie warmte. Het is tot slot raadzaam om binnen de organisatie tijdig inzicht te krijgen in de financiële kaders.
Risicoanalyse
Stel een overzicht op van de belangrijkste risico’s om de projectdoelstellingen te bereiken. Deze risicoanalyse bestaat uit een gebeurtenis, een inschatting van de kans dat de gebeurtenis plaatsvindt, een inschatting van de mogelijke impact van de gebeurtenis op de plannen, de mogelijke preventieve maatregelen om de gebeurtenis te voorkomen en de mogelijke mitigerende maatregelen om de impact te beperken.