In de transitievisie warmte maakt de gemeente de planning inzichtelijk en geeft zij voor de wijken die voor 2030 van het aardgas af gaan ook de mogelijke alternatieven weer. Daarmee is er echter nog geen definitieve besluitvorming over het alternatief en de definitieve einddatum van het aardgas. Daarom is in het Klimaatakkoord afgesproken dat de gemeente per wijk of buurt een uitvoeringsplan maakt.
Uitvoeringsplan
In het uitvoeringsplan beschrijft een gemeente - na een doorlopen participatieproces in de wijk - de definitieve alternatieve energie infrastructuur van een wijk of buurt en de einddatum wanneer deze van het aardgas afgaat. Daarbij is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen dat dit een reëel, betaalbaar alternatief is voor eigenaren en bewoners. Dit biedt het kader waarbinnen gebouweigenaren, netbeheerders, warmtebedrijven, gemeenten, aanbieders van verduurzamingspakketten en andere partijen investeringsbeslissingen nemen. Om te komen tot het uitvoeringsplan heeft een gemeente ongeveer twee jaar nodig. Er zijn ook gemeenten die parallel aan de transitievisie warmte een of meerdere uitvoeringsplan(nen) opstellen.
Hulpmiddel voor uitvoeringsplan
Het Programma Aardgasvrije Wijken en het Kennis- en leerprogramma (KLP) zijn ook aan de slag met de uitwerking van de uitvoeringsplannen door te onderzoeken wat hiervoor nodig is en op welke wijze gemeenten ondersteund kunnen worden. Op basis van de ervaringen uit de proeftuinen Aardgasvrije Wijken en het KLP zal op termijn een soortgelijk hulpmiddel als dit stappenplan voor de transitievisie warmte worden ontwikkeld.