Sliedrecht - Synergie in de energietransitie
Om de wijk Sliedrecht-Oost van het gas af te krijgen werkt de gemeente Sliedrecht intensief samen met haar partners. Gemeente, woningcorporatie, gasbedrijf, afvalverwerker en waterbedrijf bundelen hun krachten. Er is zelfs een gezamenlijke Communicatie- en Participatiewerkgroep. Met veel synergie als gevolg.
“Onze partners brengen veel kennis, ervaring en mogelijkheden in,” vertelt Lucien van der Plaats, gemeentelijk programmamanager Sliedrecht-Oost Aardgasvrij. Elisabeth Molenaar, portefeuillemanager bij woningcorporatie Tablis Wonen, beaamt dit: “Voor ons is dit niet nieuw. Wij hebben eerder in de Staatsliedenbuurt {een andere Sliedrechtse wijk} al bijna 100 woningen op een tijdelijk warmtenet aangesloten. Die ervaring nemen we mee naar Sliedrecht-Oost.”
In Sliedrecht-Oost moesten de straten en riolering worden aangepakt. Daardoor kan de energietransitie worden gekoppeld aan een breder wijkvernieuwingsprogramma. Circa vijfhonderd koopwoningen, duizend huurwoningen en een verzorgingstehuis kunnen worden aangesloten op een warmtenet.
Vreemd dat zo’n samenwerking nog bijzonder is
Elisabeth: “Het is logisch dat we samen optrekken, we zijn op elkaar aangewezen. Vreemd eigenlijk dat zo’n samenwerking nog bijzonder is.” In deze publiek-private samenwerking staat het gezamenlijk belang voorop, vertelt Lucien. “Natuurlijk is dat soms schipperen. Woningeigenaren hebben tijd nodig om aan het idee te wennen en om goed geïnformeerde keuzes te kunnen maken. Maar een partner als Stedin wil graag snel haar verouderde gasleidingen afkoppelen en wil dus ‘druk op de ketel’. Maar ja, samenwerken kost tijd. Al levert het uiteindelijk tijdswinst op.”
Drie werkgroepen
Er zijn drie gezamenlijke werkgroepen voor Sliedrecht-Oost: Financiën, Infra en Communicatie & Participatie. Daarin komen gemeente, Tablis Wonen, Stedin, afvalverwerker HVC driewekelijks maandelijks bijeen. Verder is er enkele keren per jaar bestuurlijk overleg tussen alle partners.
Niet in brokjes communiceren
De werkgroep Communicatie & Participatie zoekt manieren om alle inwoners te bereiken. Elisabeth: “Daarvoor stemmen we onderling onze planningen en informatie af. We combineren onze netwerken en communiceren zoveel mogelijk gezamenlijk. De nieuwsbrief wordt ingevuld door alle partners. Daardoor communiceren we niet in brokjes.”
Leren van elkaar
Zowel Tablis Wonen, HVC als Stedin hebben veel ervaring met omgevingscommunicatie in vergelijkbare projecten, aldus Lucien: “We recyclen veel ideeën. Al moet je die wel altijd een beetje aanpassen aan de situatie.”
We recyclen veel ideeën
Lucien heeft een mooi voorbeeld: “HVC heeft al in de andere gemeenten warmtenetten aangelegd. In Heerhugowaard bijvoorbeeld, organiseerden zij als startbijeenkomst geen plenaire sessie met de gemeente op het podium, maar een informatiemarkt. Dan ga je niet zenden maar echt communiceren. Dat kopiëren wij nu in Sliedrecht: een markt met voor elke partner een kraampje. Daar kunnen mensen gericht in gesprek over wat ze willen weten. Dan is er ruimte voor tientallen persoonlijke gesprekken en voorkom je dat een paar insprekers de bijeenkomst domineren.”
Enquête
Verder is met een enquête is nagegaan hoe wijkbewoners denken over de duurzame inrichting van Sliedrecht-Oost. Lucien: “Die vragenlijst is door de werkgroep opgesteld, zodat we alle invalshoeken bestreken en we allemaal wat aan de uitkomsten hadden. Dat leidde tot een goede respons en positieve uitkomsten: 60% weet dat je in 2050 van het gas af moet, 55% vindt dat goed en 40% heeft nagedacht over alternatieven.” “En meer dan 50 mensen gaven aan dat ze bij het vervolg betrokken wilden worden,“ vult Elisabeth aan.
Geen ver-van-mijn-bed-show
Daar lopen best veel mensen warm voor, grapt Lucien: “Als het over je eigen wijk gaat en er is zicht op een warmtenet, dan is het geen ver-van-mijn-bed-show. Al kunnen we veel concrete vragen - over parkeerplekken, verzakkingen, kosten, planning et cetera - nog niet precies beantwoorden. Toch halen we zoveel mogelijk vragen op.” De inwoners krijgen de ruimte om te vertellen waar ze bang, blij of boos van worden. “We proberen ook echt samen te werken met de inwoners,” voegt Elisabeth toe. “Dat vergt een andere houding. We benaderen VvE’s bijvoorbeeld steeds meer als samenwerkingspartner en stakeholder, en niet zozeer als doelgroep.”
Zowel Elisabeth als Lucien zijn blij dat vanaf het begin, ook toen nog veel onduidelijk was, contact is gelegd met de wijk. Lucien. “Er is nog steeds veel onzeker. Dat is soms ongemakkelijk, maar we werken samen stap voor stap naar helderheid en draagvlak: nu weten we dit en dadelijk kijken we naar dat. Dat verkleint de kans op weerstand.” En dit werkt ook zo tussen de partners onderling, vertelt Elisabeth: “Het lukt om steeds open te overleggen. Dat werkt sneller en beter. Korte lijntjes. Fijn!”